Inhoud
De afmetingen van palletwagens en stapelaars spelen een belangrijke rol bij het bepalen in welke magazijnomgeving de hefvoertuigen kunnen worden ingezet. Om de juiste hefvoertuigen voor de omstandigheden in uw magazijn te kiezen, raden we aan om een eisenprofiel op te stellen. Daarbij houdt u rekening met de verschillende afmetingen die palletwagens en stapelaars hebben. Welke dat precies zijn en welke invloed ze hebben op het rijgedrag en de toepassing van de hefvoertuigen, leest u in dit artikel.
Waarom zijn de afmetingen van palletwagens en stapelaars belangrijk?
Bij de aanschaf van een nieuwe stapelaar of palletwagen bepalen de afmetingen in welk soort magazijn of in welk gedeelte van een magazijn u ze kunt gebruiken. De afmetingen hebben ook invloed op de snelheid waarmee u goederen kunt in- en uitslaan en op breedte die de gangpaden moeten hebben.
Palletwagens en stapelaars – de benamingen snel uitgelegd
Palletwagens en stapelaars zijn twee verschillende soorten hefvoertuigen. Daarom zijn ook verschillende afmetingen relevant voor palletwagens en stapelaars:

Met een palletwagen – ook wel pompwagen genoemd – kunnen pallets en andere goederen waar een palletwagen onder kan rijden, van de grond worden getild, vervoerd en weer worden neergelaten. Palletwagens zijn verkrijgbaar in handmatige en elektrische uitvoeringen. Ook zijn er varianten met speciale afmetingen, bijvoorbeeld met een extra lange of korte vork.

In tegenstelling tot palletwagens zijn stapelaars niet alleen geschikt voor het horizontaal, maar ook voor het verticaal transporteren van goederen: handmatige of elektrische stapelaars kunnen onder meer worden gebruikt voor het laden en lossen van vrachtwagens en voor het in- en uitslaan van goederen in magazijnstellingen.
Voor het verticaal transporteren van goederen zijn stapelaars uitgerust met een hefmast die kan verschillen qua nominaal draagvermogen en maximaal bereikbare hefhoogte. In tegenstelling tot vorkheftrucks hebben stapelaars geen contragewicht nodig: het hefvoertuig beschikt over wielarmen, waardoor de last binnen de wielbasis wordt opgenomen.
De lengte en breedte van palletwagens en stapelaars – belangrijk voor gangpaden, de draaicirkel en het draagvermogen
De lengte en breedte van palletwagens en stapelaars bepalen hoe wendbaar ze zijn, hoe breed gangpaden moeten zijn om ze veilig te kunnen gebruiken en wat voor ladingen de hefvoertuigen kunnen opnemen.
De breedte van palletwagens en stapelaars
De breedte van palletwagens en stapelaars wordt bepaald door de voorbouw of de vork. Voor deze afmeting geldt hetzelfde voor palletwagens als stapelaars: hoe smaller het hefvoertuig, hoe comfortabeler u ermee kunt draaien en manoeuvreren.
De breedte van de vork van een palletwagen bepaalt bovendien in belangrijke mate welk soort lasten met het transportmiddel kunnen worden opgenomen. De standaardbreedte van de vork bij pompwagens bedraagt meestal 520 mm tot 540 mm. Hiermee kunt u gestandaardiseerde europallets vervoeren.
Er zijn echter ook palletwagens waarvan de afmetingen van de vork afwijken de standaardbreedte:
- Een extra smalle vork van 380 tot 450 mm maakt het mogelijk om stukgoederen zoals dozen of kisten, displaypallets, halve pallets en kwartpallets (CHEP-pallets) op te nemen.
- Een extra brede vork van 670 tot 685 mm maakt het mogelijk om extra brede of lange pallets op te nemen en om europallets dwars op te nemen.
Ook stapelaars met een vork met een standaardbreedte zijn geschikt voor het opnemen van gestandaardiseerde europallets. Voor het dwars opnemen van pallets of voor het transporteren van pallets met speciale afmetingen zijn speciale breedspoorstapelaars verkrijgbaar.
De lengte van palletwagens en stapelaars
Ook de lengte is een afmeting van palletwagens en stapelaars die apart in beschouwing moet worden genomen. Bij palletwagens en stapelaars is de totale lengte van het voertuig de lengte van de voorbouw inclusief de vorklengte. De lengte en breedte bepalen samen hoe groot de draaicirkel van het hefvoertuig is.
De vorklengte bepaalt bovendien welke lasten kunnen worden opgenomen. De standaard vorklengte voor pompwagens en stapelaars is 1.150 mm en is geschikt voor europallets.
- Zowel stapelaars als palletwagens zijn verkrijgbaar met korte vorken van 800 tot 1.000 mm. Hierop kunnen stukgoederen zoals dozen of kisten, displaypallets, halve pallets of kwartpallets (CHEP-pallets) worden opgenomen.
- Daarnaast zijn er ook modellen met extra lange vorken van 1.207 tot 2.100 mm. Deze zijn belangrijk als u extra brede pallets, meerdere pallets tegelijk of pallets dwars moet opnemen.
De hoogte van stapelaars
De hoogte van stapelaars bepaalt in welke ruimtes het hefvoertuig kan worden gebruikt en of er beperkingen zijn met betrekking tot de hef- en doorrijhoogte.
De hefmast vormt het hoogste punt van het voertuig. Als de hefmast niet is uitgeschoven, spreekt men in dit verband ook wel van de doorrijhoogte. Deze verschilt per type hefmast. Er zijn meer afhankelijkheden tussen de doorrij- en hefhoogte: bij enkelvoudige hefmasten is de hefhoogte altijd lager dan de doorrijhoogte. Bij twee- of drievoudige hefmasten ligt de maximale hefhoogte aanzienlijk boven de doorrijhoogte.
Voor de doorrijhoogte geldt in het algemeen: u moet veilig met ingeschoven mast door alle bedrijfsruimtes met een beperkte plafondhoogte kunnen rijden. Het gaat hier onder meer om:
- De hoogte van deuren
- De hoogte van doorgangspoorten
- De hoogte van entresolvoeren
- Onderdelen aan het plafond
- De hoogte van goederenliften
Als u met een lading op de hefvork door ruimtes met beperkte plafondhoogte wilt rijden, moet u ook rekening houden met de vrije heffing van de stapelaar. Hefmasten met een vrije heffing maken het mogelijk om de vork op te tillen zonder dat de hefmast uitschuift. Voor het vervoeren van goederen in ruimtes met een lage plafondhoogte heeft u een twee- of drievoudige hefmast met vrije hefhoogte nodig.
Dit is met name relevant voor het inladen van vrachtwagens (standaard hoogte binnen 2.600 mm), treinwagons (2.000 mm) of containers (deurhoogte 2.280 mm-2.585 mm). Stapelaars zonder deze uitrusting zijn meestal niet geschikt voor gebruik in deze omgevingen.
Bodemvrijheid bij hefvoertuigen
De bodemvrijheid is de afstand tussen de vloer en het laagste punt aan de onderkant van de stapelaar of palletwagen. Deze moet groot genoeg zijn voor de dagelijkse werkzaamheden in uw bedrijf, vooral het punt in het midden van de wielbasis. Als de bodemvrijheid te klein is, kunnen zelfs kleine oneffenheden in de grond, zoals drempels, ertoe leiden dat het hefvoertuig vastloopt of omvalt.
Sommige palletwagens en stapelaars beschikken over een wielarmheffing (zie afbeelding 2), waarmee een hogere bodemvrijheid wordt gecreëerd. Daardoor kan het voertuig makkelijker een steile helling oprijden.

Moet u een helling of schans oprijden? Let er dan op dat er geen gevaarlijke ‘knik’ (zie afbeelding 1) is met een ongunstige hoek tussen de 8 en 12,5%, die een belemmering kan vormen voor het laadoppervlak.
De hellingshoek berekent u als volgt:

Hoogteverschil (h) = Helling
Basis van de helling (l)
Veelgestelde vragen over de afmetingen van palletwagens en stapelaars
De afmetingen van pompwagens en stapelaars bepalen in grote mate in welke ruimte ze kunnen worden gebruikt, oftewel door welke delen van het magazijn u er mee kunt rijden en of u ze mee kunt nemen in een vrachtauto. De afmetingen van een stapelaar of palletwagen bepalen bovendien niet alleen de stabiliteit, maar ook hoe snel u goederen met het hefvoertuig kunt in- en uitslaan.
De afmetingen van palletwagens en stapelaars zijn onder te verdelen in de volgende subcategorieën:
• Hoogte van een stapelaar: bijv. van de hefmast en de maximale hefhoogte
• Lengte van een hefvoertuig: wordt voornamelijk door de vorklengte bepaald
• Breedte van een pompwagen of stapelaar: wordt voornamelijk door de breedte van het vorkenbord bepaald
• Bodemvrijheid: wordt voornamelijk door de grootte van de wielen bepaald
De draaicirkel is bepalend voor de wendbaarheid van een hefvoertuig, vooral in kleine ruimtes zoals gangpaden in magazijnen of laadruimtes van vrachtauto’s. Een kleine draaicirkel maakt het mogelijk om in zeer kleine ruimtes te draaien en – met of zonder lading – te manoeuvreren. De draaicirkel wordt beïnvloed door de volgende afmetingen:
• Breedte en lengte van het hefvoertuig
• Afstand tussen voor- en achteras
• Afmetingen van de lading
Bron afbeelding:
© Jungheinrich AG